Charleroi - Le bois du Cazier
Charleroi heeft niet zo'n goeie reputatie. De beschrijving in Wikipedia schept vooral een grauw beeld.
Charleroi, eens een belangrijk industrieel centrum (koolmijnen en staalindustrie), is nu vooral een stad van vergane glorie, met de bijhorende sociale problemen (hoge werkloosheid- en criminaliteitscijfers). Overal zijn er resten (terrils, gebouwen) zichtbaar waardoor Charleroi en de regio nog steeds bekendstaat als Le Pays Noir, en geassocieerd wordt met mijnen.
In de deelgemeente Marcinelle vond in 1956 de grootste mijnramp uit de Belgische geschiedenis plaats in de mijn Le Bois du Cazier. 262 mijnwerkers kwamen om, voornamelijk Italianen (na W.O.II massaal als gastarbeiders ingehuurd) en Vlamingen. Sinds kort zijn de oude mijngebouwen ingericht als museum en herdenkingssite.
Maar zoals in vele steden zijn er de laatste jaren ook enorme inspanningen gedaan om de stad te verfraaien. We splitsen ons bezoek op in 2 delen :
- in het centrum van de stad maken we een wandeling langs de talrijke art-nouveau gebouwen die de stad rijk is en die getuigen van de rijkdom van de stad in het begin van de 20ste eeuw.
- In Marcinelle, bezoeken we de oude mijnsite van Le Bois du Cazier, uitgeroepen tot Werelderfgoed van de UNESCO. Het museum is er gewijd aan de oude paradepaardjes van de industrie : kolen, staal en glas. We staan uiteraard ook stil bij de mijnramp van 8 augustus 1956.
- We 'beklimmen' in Marcinelle één van de terrils, vanwaar we mooi uitzicht hebben op de omgeving.
Datum : Donderdag 25 april en/of vrijdag 17 mei.
Prijs : 32 EUR (vervoer en begeleiding). De overige onkosten worden ter plaatse betaald.